Bron:  www.debrozevlinder.be

Relaas van een onschuldig slachtoffer van de flitsagressie van de overheid.

 

FASE 1.

 

Het begon allemaal met onderstaande brief in mijn brievenbus. (Vergeef me dat ik mijn identiteit heb verwijderd)


FASE 2

Kort daarna kreeg ik een voorstel tot minnelijke schikking toegezonden. Ik was het niet eens met de vaststellingen omdat ik op dat ogenblik reed aan een snelheid van 120 km/u 5op de teller°. Dit werd dan ook gemeld aan de Heer Procureur des Konings.

 

Maanden later, op 31 juli 2003, ontving ik via een deurwaarder onderstaande brief.

 

 

FASE 3

 

In de maanden die voorafgingen aan het proces heb ik informatie ingewonnen om mijn verdediging voor te bereiden en hieronder geef ik mijn argumentatie weer die voor de rechtbank werd aangehaald.

 

Nadat de rechter gevraagd had of ik akkoord ging met de vaststellingen heb ik hem het volgende geantwoord :

 

“Mijnheer de Voorzitter, ik ga niet akkoord met deze vaststelling aangezien ik op het ogenblik van de feiten  reed aan een snelheid van 120 km./u afgelezen van de snelheidsmeter van mijn wagen. Ik was dan ook hogelijk verbaasd dat ik een week later het proces verbaal in mijn bus kreeg waaruit bleek dat de vastgestelde snelheid 141 km/u bedroeg.

 

Ik heb meteen drie stappen ondernomen :

  1. laten controleren hoeveel de afwijking van de snelheidsmeter bedraagt;
  2. ik heb de materiele bewijzen opgevraagd die de vaststelling moeten staven;
  3. ik heb informatie ingewonnen over de betrouwbaarheid van de metingen die uitgevoerd worden met het toestel Multanova 6 F

en ik heb daaruit de volgende conclusies getrokken :

 

  1. na de testen in het diagnosecentrum van de VAB te Zwijnaarde bleek dat de snelheidsmeter inderdaad een foute meting weergeeft. 120 km op de teller zijn in werkelijkheid slechts 111 km.
  2. Ik ben door mijn wijkagent uitgenodigd om inzage te krijgen van ‘de’ foto, het ultieme bewijs van de overtreding. Ik heb vastgesteld dat deze foto niet rechtsgeldig is! En wel om de volgende reden :

 

In het koninklijk besluit van 11 oktober 1997 betreffende de goedkeuring en homologatie van de automatisch werkende toestellen gebruikt om toezicht te houden op de naleving van de wet betreffende de politie van het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten (B.S. 24-10-1977) lees ik in artikel 2.6 eerste paragraaf  het volgende :

’Indien de snelheidsmeter de meetresultaten registreert, zal de registratie de volgende gegevens bevatten : de identificatie, en de lokalisatie van het toestel, de datum en het uur van de meting, de gemeten snelheid en de rijzin van het voertuig.”

 

Ik leg hier, Mijnheer de Voorzitter, de nadruk op het woord IDENTIFICATIE.

 

In artikel 6 van hetzelfde Koninklijk Besluit lees ik het volgende :

6. IDENTIFICATIE VAN DE SNELHEIDSMETER

‘De snelheidsmeter en elk, in een aparte behuizing ondergebracht onderdeel, moeten de volgende onuitwisbare opschriften bevatten :

-         naam (of commerciële benaming) en adres van de constructeur of zijn vertegenwoordiger;

-         model en serienummer van het toestel;

-         de opgave van de voor de werking noodzakelijke randapparatuur door middel van het modelnummer, ofwel ingeval van niet verwisselbaarheid, het serienummer’

 

Welnu, Mijnheer de Voorzitter, ik vind geen enkel modelnummer noch een serienummer van de randapparatuur terug noch op de foto, noch in het proces verbaal, zodat ik de rechtsgeldigheid van de vaststelling betwist.

 

De voorzitter merkt op dat op het PV vermeld werd dat het toestel voorzien was van een ijkcertificaat waarvan het nummer vermeld werd.

 

Mijn antwoord op deze opmerking was :

‘ Mijnheer de Voorzitter, ik zoek naar het nummer van de randapparatuur. En in mijn zoektocht naar de betekenis van deze uitdrukking ben ik tot een verbijsterende vaststelling gekomen die me tot een derde conclusie gebracht heeft omtrent de betrouwbaarheid van de meting.

Deze randapparatuur is nodig om het toestel juist te ‘richten’. Zonder deze apparatuur kan geen garantie gegeven worden dat een correcte meting zal uitgevoerd worden! De reden waarom het nummer van de randapparatuur niet vermeld werd is omdat deze randapparatuur er eenvoudigweg niet was!!!

In een brief  (september 2002) van de heer L.B. Lathuy, directeur generaal van de metrologische dienst (dienst die instaat voor de ijking van deze toestellen) aan de Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen, waarschuwt hij de gouverneur  voor het feit dat de politie in dat gebied niet beschikt over deze noodzakelijke randapparatuur zodat de rechtsgeldigheid van de vaststellingen die door dit type snelheidsmeter werden gedaan niet rechtsgeldig zijn! Een medewerker van de metrologische dienst beweert dat de fouten in de orde van 25 tot 35 km/uur liggen.

 

Als dus het identificatienummer van deze randapparatuur nergens genoteerd staat omdat er geen randapparatuur was, dan hebben de beide verbalisanten die in het PV de volgende verklaring afleggen :’Opstelling radar uitgevoerd volgens homologatievoorschriften en voorschriften van de constructeur’ in feite een valse verklaring afgelegd!!!. Zo niet moeten wij aannemen dat zij niet de vereiste kennis hebben om om te gaan met deze apparatuur.

 

Ik meen, Mijnheer de Voorzitter, dat er voldoende redenen zijn aangehaald om in deze zaak de vrijspraak te vragen.

 

 

De voorzitter, onder het oog van de heer Procureur des Konings, speelde het spel sluw. Bij het bekijken van de foto stelde hij vast dat het voertuig dat de overtreding begaat op het ogenblik van de vaststelling een ander voertuig, in casu een vrachtwagen, inhaalde. Op grond van deze vaststelling en zijn inlichtingen van de metrologische dienst zou het kunnen dat door reflectie een foute meting is gebeurd.

De Procureur verklaarde dat hij zich zou eens verklaren met het vonnis van de rechter waarop deze laatste de vrijspraak beval.

 

 

BESLUIT

 

Op het ogenblik van de feiten (september 2002) zat het dus behoorlijk fout met de snelheidsmetingen. De overheid is ervan op de hoogte maar heeft niet belet dat talloze argeloze chauffeurs een onterechte boete betaald heeft. Om toch maar niet mijn argumenten te moeten aanvaarden voor de vrijspraak heeft de rechter, heel sluw, een andere reden bedacht voor de vrijspraak.  Toch ligt het voor de hand dat de door mij aangehaalde redenen veel belangrijker waren en niet alleen het hele systeem van vaststelling van snelheidsovertreding in diskrediet bracht, maar ook een bedreiging zou kunnen vormen voor de verbaliserende agenten omdat ze bij herhaling valse verklaringen hebben genoteerd op officiële stukken.

 

Misschien kan u het argument van de Politierechter ook gebruiken als u samen met een ander voertuig op de foto staat.

 

Als u ten onrechte  werd geflitst laat dan niet na om zelf inlichtingen in te winnen en uw dossier zelf goed voor te bereiden.

Ik ben om 9.00 u de zaal binnengekomen en heb de zaal verlaten rond 12:10u. In die tijd werden tal van snelheidsovertredingen zoals de mijne behandeld, de meeste zelfs met een advocaat. Toch was ik de enige die een vrijspraak van de rechtbank heb bekomen. Zoek dus een goed advocaat of….doe het zelf.